Opiniestuk uit 1996: "Tijd voor glasvezel is nog niet gekomen" (geplaatst 2021-12-03)
Af en toe kijk ik eens wat Google laat zien als mijn naam ingetypt wordt. Blijkt dat ik een eigen pagina heb op de website van de Volkskrant. Reden: 25 jaar geleden schreef ik onderstaand opiniestuk.
Het mag duidelijk zijn dat de tijd voor glasvezel ondertussen wel ruimschoots gekomen is. 😎
Tijd voor glasvezel is nog niet gekomen
Voor digitaal communiceren is geen duur glasvezelnet nodig, zegt Iljitsch van Beijnum. Met de oude koperdraadjes redden we ons voorlopig prima....
ILJITSCH VAN BEIJNUM 23 november 1996, 00:00
IN FORUM van 19 november stelt Volkskrant-redacteur Mike Ackermans het beleid van de overheid om niet in infrastructuur voor de elektronische snelweg te investeren aan de kaak. Hij gaat er hierbij van uit dat iedereen een 'hoogwaardige' aansluiting op de elektronische snelweg moeten krijgen.
Dat klinkt sympathiek, maar het hele land vol glasvezelkabels leggen is peperduur en volstrekt onnodig. Glas heeft inderdaad een veel grotere capaciteit dan koper. Die capaciteit is echter helemaal niet nodig. De toepassingen die Ackermans noemt - videovergaderen, documenten versturen en thuiswerken - gaan ook prima met de infrastructuur die vandaag tegen een redelijk bedrag beschikbaar is.
Over dezelfde koperdraadjes die sinds jaar en dag voor de telefoon gebruikt worden, levert PTT Telecom nu ook ISDN, een digitale aansluiting op het telefoonnet. Met zo'n ISDN-aansluiting (die ongeveer twee keer zo duur is als een gewone telefoonlijn), is het mogelijk met een bandbreedte van 128 kilobyte te communiceren.
Dat is voldoende voor twee telefoongesprekken. Of voor twee pagina's tekst per seconde. Of een wat houterige vorm van videovergaderen. En de technologie om tien tot veertig keer zo veel informatie via diezelfde koperdraadjes te verzenden, is er al.
En al die koperdraden of glasvezels komen ook weer ergens bij elkaar. Op die plek zal apparatuur moeten staan die deze informatiestroom in goede banen kan leiden. Dat betekent dat waar nu een kleine telefooncentrale staat, apparatuur moet worden geplaatst die nu op de grootste knooppunten is te vinden. Bij de apparatuur die op de grote knooppunten nodig zal zijn, kan ik me niets voorstellen: de technologie om die snelheden mogelijk te maken bestaat nog niet.
Kortom: de plannen om heel Nederland een riante oprit naar de elektronische snelweg te geven, kunnen beter nog even in de ijskast blijven liggen terwijl de ingenieurs nadenken over de bijbehorende verkeerslichten. On line winkelen moet dan nog maar even via het niet-zo-heel-snelle Internet, en in plaats van video on demand lopen we even langs bij de videotheek.
Die tijd kan de overheid dan mooi gebruiken om het grootste knelpunt op te ruimen: de vaste tarieven van de PTT. PTT Telecom berekent hetzelfde tarief voor een verbinding tussen Schiermonnikoog en Sneek als voor een verbinding tussen Amsterdam en Rotterdam. Het zorgt ervoor dat ook inwoners van dunner bevolkte streken tegen een betaalbaar tarief van telecommunicatiediensten gebruik kunnen maken. Uiteraard hoeven we niet direct om te slaan naar een situatie waarbij de PTT of een concurrent de werkelijke kosten doorberekent, maar een zekere differentiatie is hard nodig.
Het Internet kan dan, ook zonder miljarden van de overheid, doorgroeien en over een aantal jaren wellicht de beloften van de elektronische snelweg inlossen.
Iljitsch van Beijnum is netwerkbeheerder bij een Internetbedrijf.
door Iljitsch van Beijnum.